1 mei, dag 6, John Pennekamp Reef

(1 mei! Mam/Oma, gefeliciteerd met je 65ste verjaardag!)

 

Rond half zeven word ik, na  goed en rustig geslapen te hebben, wakker. In de keuken maak ik een grote pot koffie. Ik kijk uit het raam en zie dat het half bewolkt is. Veel belangrijker is hoe hard het waait. Er stond gisteren een stevige bries en de voorspellingen zijn dat het nog wel een paar dagen behoorlijk blijft waaien. Dat hangt samen met een grote storm die door het midden van de V.S. raast. De storm zelf zal ons niet bereiken, maar de uitlopers dus wel.

Ik besef me opeens dat dit ongeveer het tijdstip is dat de zon opkomt, en besluit direct naar het strandje te gaan om te zien of ik de zonsopkomst nog kan meepikken. Aan het strand is een lange steiger gebouwd die een meter of zestig de zee inloopt, met aan het uiteinde een kleine uitkijkpost. Daar aangekomen word ik inderdaad getrakteerd op een prachtig uitzicht. De zon is net boven de horizon verschenen. Omringd door wolkenflarden levert het een heel mooi plaatje op.

 

Aan het strand voel ik ook dat we echt te maken hebben met een stevige wind. Dat zit me niet helemaal lekker omdat we vandaag gaan snorkelen bij John Pennekamp Reef, en ik weet dat ze trips niet door laten gaan als het te hard waait. Ik kan er nu toch niets aan doen en besluit nog even van de zonsopgang te genieten. Er is verder helemaal niemand. Het is mooi.

 

Terug in het appartement is iedereen nog in diepe rust. Ik neem nog wat koffie en zet op de keukenbar alvast de ontbijtspullen klaar. De dames komen één voor één uit bed, allemaal lekker geslapen. We hebben alle tijd omdat de snorkeltrip die wij willen doen pas om 12 uur vertrekt. Maar die wind…. Ik besluit gewoon even te bellen met het park en te vragen hoe of wat. In eerste instantie is de lijn steeds in gesprek maar na 5 minuten krijg ik een dame aan de lijn. Ja hoor, de trips gaan gewoon door maar inderdaad het waait hard dus ze vragen ‘strong swimmers’, en ervaren snorkelaars. Mmm, dat was niet helemaal wat ik wilde horen. We kunnen allemaal goed zwemmen, maar het is alweer een paar jaar geleden dat we gesnorkeld hebben, en dat was in hele rustige omstandigheden op Kreta.

We besluiten gewoon te gaan en steeds ter plekke te beoordelen of het – zeker voor Mayke en Jente – wel kan.

 

Tegen half elf stappen we in de auto. Het enige dat we mee hoeven te nemen zijn zwemkleding, badlakens en zonnebrand. Het park is op ongeveer 20 minuten rijden van ons appartement.

Daar aangekomen moeten we eerst weer zeven dollar betalen om het park binnen te komen. Vervolgens rijden we naar het parkeerplaatsje voor de snorkeltrips.

We stappen uit en lopen naar het gebouw waar we onze kaartjes moeten kopen. Aan de balie meld ik dat we komen voor de snorkeltrips. De dame kijkt ons streng aan, kijkt naar de kinderen en zegt dat de trips doorgaan, maar dat het hard waait en dat we goed moeten kunnen zwemmen. Ze kijkt daarbij met name naar Mayke en Jente. Tanja en ik overleggen kort, maar besluiten het uiteindelijk toch te doen. We kunnen ook op de boot zelf nog besluiten niet het water in te gaan.

We kopen de tickets en huren zwemmaskers en zwemvliezen. Snorkels zijn alleen te koop. Alles bij elkaar zijn we voor de trip voor ons vieren zo’n 170 dollar kwijt.

 

We halen vervolgens onze zwemspullen en besluiten aan het strand even te gaan oefenen met de snorkels en de zwemvliezen. Alleen het oefenen is al leuk – en hilarisch. Het blijft een idioot gezicht.

We hebben allemaal weer vrij snel door hoe het werkt en zijn weer een beetje gerustgesteld.

 

We doen de spullen weer af en melden ons bij de opstapplaats. Langzaam druppelen er meer mensen binnen, en dat stelt ons nog meer gerust, want er zitten ook overduidelijk een paar oversized, niet-sportieve gasten bij. If they can do it, we can too. Na een kwartiertje komt onze boot aan en mogen we aan boord. De gasten van de vorige trip gaan van boord. Die zien er allemaal ontspannen en gelukkig uit. We horen een paar mensen zeggen dat het prachtig was, goed zicht onderwater en dat het wel mee valt met de wind en de golven. Klinkt goed.

De boot heeft twee bemanningsleden: Rick en Dean. Het blijken twee ontzettend aardige en relaxte gasten te zijn. Een hele opluchting na de toch wel strenge dame aan de ticketbalie.

We gaan op de achtersteven zitten, en Dean, een kerel van een jaar of vijftig stelt ons direct gerust. Ja het waait hard, maar we gaan naar een plek waar het relatief rustig en niet zo diep is, én we krijgen als we dat willen nog wat snorkelinstructies. Bovendien blijkt dat we zwemvesten moeten dragen. Daar zijn we, vooral voor de meisjes, eigenlijk wel blij mee.

De boot vertrekt, althans rustig uit de haven. Als we de haven uit zijn, vertrekt de boot echt, want het gas gaat oooooooooopen. De boot spuit werkelijk vooruit, de punt komt een beetje de lucht in en de boeggolven schieten omhoog. Het is fantastisch. In mijn hoofd hoor ik vaag de begintune van Miami Vice.

Binnen een paar minuten zitten we op volle zee. Het water is werkelijk prachtig en glashelder. De oppervlakte is dan weer helderblauw, als de bodem uit zand bestaat, of donkerder waar de zeebodem bedekt is met gras.

De boot vaart zo’n dertig minuten en we zien achter ons Key Largo in de verte verdwijnen. Dean legt ons uit hoe het zwemvest werkt, allemaal vrij simpel. We genieten van de zon en de wind. We hebben ons van tevoren goed ingesmeerd met zonnebrand, da’s maar goed ook, want de zon heeft er zin in.

Na een half uurtje stopt de boot en gaat het anker uit. We liggen vlak voor een koraalrif. Rick vertelt ons waar we zijn en waar we naar toe moeten zwemmen voor de mooiste plaatjes. Een meter of dertig voor de boot uitzwemmen richting het koraal. Na zijn uitleg vertelt Dean ons hoe we moeten snorkelen, kijkt of onze maskers goed zitten, en dan is het tijd om het water in te gaan.

Je ziet het van bovenaf niet, maar de zee is toch wel wat onrustig. Tanja besluit bij Mayke te blijven, en ik neem Jente onder mijn hoede. In zee kijk ik onmiddellijk onder water en zie dat we echt glashelder zicht hebben. Een meter of drie onder me zie ik een zeegrasveldje rustig meedeinen op de stroming.

Jente is nog niet zover, want haar masker zit niet lekker. Er stroomt steeds water in. We proberen het masker een paar keer te ‘verzetten’, maar er blijft water in lopen. We besluiten even terug te gaan naar de boot. Jente krijgt van Dean een ander masker aangemeten. Ook legt Dean uit dat je niet moet uitademen door je neus omdat dan het masker op een kiertje opengaat en er wat water naar binnenstroomt. We gaan opnieuw het water in. Jente blijft een beetje problemen met haar masker houden, maar zet dapper door.

We flipperen langzaam richting het koraal. De wind maakt het ons niet makkelijk maar we komen steeds dichterbij. Onderwater zijn de eerste visjes al te zien. Jente tikt me op mijn arm en wijst naar rechts. We zien een stuk of tien naaldvissen van een centimeter of vijftien. De vissen blijven rustig hangen en trekken zich weinig van ons aan. We vinden het geweldig, maar dit blijkt nog maar het begin te zijn. Hoe dichter we bij het koraal komen hoe mooier en groter de kleurenpracht. We zien links, rechts, voor en achter van alles aan ons voorbijschieten. En het zijn ook geen kleintjes. We zien papagaaivissen van toch gauw vijftig, zestig centimeter voorbij schieten. Het is echt ongelooflijk. Bij het koraal aangekomen weet ik niet waar ik  moet kijken. Er is zoveel te zien. Allerlei kleuren, klein, groot, van alles door elkaar. Jente en ik tikken elkaar de hele tijd aan om nieuwe ‘vondsten’ aan te wijzen.

En dan tikt Jente mij opnieuw aan, deze keer wel heel enthousiast. Ik kijk in de richting waar ze wijst en in eerste instantie kan ik het niet geloven, maar, naar later blijkt, het is echt zo. Op een meter of vijf van ons vandaan zien we heel rustig vlak boven de bodem een zusterhaai voorbij zwemmen. De haai heeft toch gauw een lengte van zeker anderhalve meter. Are you kidding me? Een haai!

En wat doen we? We schrikken niet, nee we zwemmen er naar toe! De haai zwemt echter rustig bij ons vandaan en binnen een paar seconden is hij uit zicht. We komen boven water, en Tanja en Mayke blijken vlak bij ons te zwemmen en ook de haai te hebben gezien. De zee doet rare dingen met je, want in plaats van bang zijn we dol-enthousiast.

 

We duiken weer terug onder water en zien nog meer moois voorbijkomen. Het is echter door de onrustige zee behoorlijk vermoeiend, vooral voor de meisjes, dus we besluiten terug te keren naar de boot. We gaan aan boord. Omdat we nog wat tijd over hebben besluit Tanja toch nog een rondje in het water te maken. Mayke, Jente en ik maken het ons gemakkelijk op de boot. Ook blijkt dat we net geen spoken hebben gezien, want de haai is ook gezien door anderen. Iemand blijkt de haai zelfs gefotografeerd te hebben met zijn onderwatercamera (volgende keer dus absoluut zelf ook zo’n camera mee!). Dean bevestigt dat het om een zusterhaai gaat en is zelf ook onder de indruk. Die zie je hier niet vaak. Hij verzekert ons ook nog even dat ze niet gevaarlijk zijn voor mensen. Daar zijn we, ook achteraf, toch wel blij mee.

Na twintig minuten komt Tanja ook weer aan boord. Ze heeft nog meer moois gezien, ondermeer nog een keer de zusterhaai, maar ook nog een andere haai! Ze beschrijft de haai aan Dean en die denkt dat het om een ‘blacktip’ haai gaat.

Tanja is hyperenthousiast en roept dat ze door deze ervaring nu zelf ook ‘high’ is.

Het snorkelen is voorbij, iedereen is weer aan boord, en we varen terug richting Key Largo. Mayke en Jente zijn door de intense ervaring, de zon en de wind volledig ‘leeg’. Ze wikkelen zich in een handdoek en gaan tegen ons en elkaar aan liggen, ogen dicht, bijkomen….

 

Ja, de wind was stevig, het zwemmen was hard werken, maar wat een fantastische beloning. Ik geloof dat ze zoiets ‘onvergetelijk’ noemen.

Terug in de haven nemen we afscheid van Rick en Dean. Ze hebben deze trip vast al wel honderden, misschien wel duizenden keren gedaan, maar lijken net zo enthousiast als wij te zijn over het ‘succes’ van deze ‘beautiful trip’.

We leveren onze spullen in, kopen nog wat t-shirts in de souvenirshop en lopen terug naar de auto. Bij het parkeerplaatsje blijkt ook nog wat leuk beestenspul rond te lopen, ondermeer een eekhoorn. Mayke en Jente zijn verliefd.

 

We rijden vanaf Pennekamp Reef weer naar ons appartement, en eten onderweg nog wat bij Wendy’s, een Amerikaanse hamburgertent. Thuis aangekomen is het tijd om bij te komen. De zon blijkt ons toch weer te grazen te hebben genomen. Ondanks dat we echt goed gesmeerd hebben kleuren we allemaal een beetje rood. Tijd voor een verkoelende douche, Tanja besluit zelfs gebruik te maken van het bubbelbad in onze badkamer. Ik bel naar Nederland, want mijn moeder is jarig. Als ze opneemt zingen we met z’n vieren ‘lang zal ze leven’ door de telefoon. Dat vindt de oma van Mayke en Jente best heel leuk. Ik vertel daarna wat we zojuist gedaan hebben, waardoor oma bijna nog enthousiaster wordt dan wij.

 

De rest van de middag doen we niet zo gek veel meer. Aan het eind van de middag gaan Tanja en ik nog wel even naar het ‘cafeetje’ aan het strand om wat drinken en even online te gaan.

We besluiten ook nog even de steiger op te lopen. In het huisje aan het eind van de steiger zie ik dat in de houten bank heel veel mensen hun naam hebben gekrast. ‘Hé’, denkt Tanja, ‘dat kan ik ook!’.

 

 

’s Avonds besluiten we niet ‘thuis’ te eten, maar een restaurantje op te zoeken. We kijken in onze reisgidsen welke restaurants daar worden aanbevolen. We zien er twee die ons wel aardig lijken, allebei aan de Overseas Highway in de buurt. De eerste blijkt echter niet te kloppen. Er zit wel een eettentje, maar kunnen ons niet voorstellen dat dit klopt. Het ziet er niet uit, en er zit ook helemaal niemand binnen. Het tweede restaurant kunnen we helemaal niet vinden. Uiteindelijk besluiten we maar een groot reclamebord naar ‘Snapper’s’ te volgen. En dat blijkt een schot in de roos.

Het is een visrestaurant aan een beregezellig haventje. Het terras wordt verlicht door fakkels, en het is lekker druk. Onze serveerster komt op ons af, vertelt ons dat ze Michelle heet en vanavond onze tafel zal bedienen. Wederom met de grootst mogelijke glimlach geeft ze ons de kaart. Ziet er goed uit. Je kunt ondermeer uit vijf soorten vis kiezen. Tonijn, zalm en dolfijn (!) herkennen we. ‘Grouper’ en ‘Yellowtail’ zeggen ons niet zoveel. De vis kun je dan weer op verschillende manier laten bereiden, ondermeer ’36 herbs’, de vis wordt dan met 36 verschillende kruiden bereidt.

Tanja gaat voor het avontuur en kiest een ‘Grouper’. De kinderen en ik gaan vanavond wat meer standaard, ceasar salad, burger, spare ribs, dat soort dingen.

We krijgen er natuurlijk weer emmers frisdrank bij. Ook hier hanteren ze het re-fill principe. Je betaalt maar één keer voor je frisdrank, de rest van het diner wordt ie elke keer gratis bijgevuld.

Om ons heen zit een grote groep Amerikanen die elkaar op de één of andere manier allemaal blijken te kennen. Ook zij hebben het erg naar hun zin. Op de tv’s aan de bar is natuurlijk honkbal te zien. Het eten is lekker, de sfeer is goed.

 

Jente voor de cola…

Jente na de cola 🙂

Een prima afsluiting van een heerlijke dag.

Wat gaan we morgen ook alweer doen? Oh ja, zwemmen met dolfijnen J

2 Reacties to “1 mei, dag 6, John Pennekamp Reef”

  1. Wat een heerlijk verslag. Je schrijft zo leuk dat ik bijna het gevoel heb dat ik er zelf bij ben…..
    Bedankt voor je verslag over de OP suites. Wij gaan daar in augustus ook naartoe en was toch wel benieuwd hoe het daar zou zijn. Mocht je nog een lekker eettentje in Key Largo zoeken: http://www.mrsmacskitchen.com/ Het ziet er niet uit vanaf de buitenkant, maar hier hebben wij de beste steaks van de hele vakantie gegeten!!!
    Fijne vakantie verder en ik blijf jullie volgen!!!
    Groetjes Nicole Nikkie1974 op het Floridaforum.

  2. menaldaflorida Says:

    Hey Nicole, dank voor de complimenten. Het tentje dat je noemt was één van de restaurantjes die we op het oog hadden, maar we konden ‘m gewoon niet vinden 😦 Misschien een volgende keer, en Snapper’s was ook echt helemaal in orde.

Plaats een reactie